Dries Roelvink hoopt al jaren op een comeback in het Koninklijk Theater Carré, maar loopt telkens opnieuw tegen een dichte deur aan. Waar hij dertig jaar geleden nog op het iconische podium aan de Amstel stond, lijkt een herhaling daarvan inmiddels onhaalbaar. Ondanks herhaalde verzoeken van zijn management, blijft de respons van het theater onverbiddelijk: ze willen hem niet programmeren. Voor Dries is dat onbegrijpelijk, zeker nu hij zelfs door de gemeente Amsterdam is gevraagd als ambassadeur voor het 750-jarig jubileum van de stad.
Theater Carré blijft stil: ‘Ze willen me niet’
Na jaren van hoop en gesprekken met zijn management is de frustratie bij Dries Roelvink duidelijk voelbaar. In de uitzending van Radio 538 op donderdag liet hij openhartig weten: “Na zowat drie jaar bidden en smeken kan ik nu wel zeggen: ‘Ze willen me niet.’” Het blijft wrang voor de zanger, want zijn eerdere optreden in Carré was een mijlpaal in zijn carrière. Toen hij onlangs de oude promotieposter van dat optreden terugvond, kwamen de herinneringen en de ambitie weer boven. Maar zijn huidige verzoeken worden telkens genegeerd of afgewimpeld.
Mailtjes, stilte en een duidelijke afwijzing
Dries legt uit hoe zijn manager jarenlang probeerde in contact te komen met de directie van Carré. Lange tijd bleef elke reactie uit. “Toen heeft hij een paar keer gevraagd: ‘Komen mijn mails wel aan?’ Op een gegeven moment kreeg hij antwoord: ‘We gaan Dries niet programmeren.’” Een keiharde afwijzing, zonder enige toelichting. Toen ze om opheldering vroegen, kregen ze slechts: “Nee, daar hebben we geen reden voor. We gaan Dries niet programmeren.” Zo sta je volgens Dries als artiest met je rug tegen de muur.
Geen plaats voor Nederlandstalige muziek? Niet volgens Dries
Als er één verklaring zou zijn die nog enigszins te begrijpen is, dan zou het zijn dat Nederlandstalige volkszangers niet passen binnen het Carré-programma. Maar dat argument vervalt direct als je kijkt naar wie er wél optreden in het theater. “Collega’s als Peter Beense, Wolter Kroes, Tino Martin en Django Wagner treden er wel op,” aldus Dries. Hij stelt zich dan ook terecht de vraag: “Dan denken wij: waarom deze jongens wel en ik niet?” De ongelijkheid voelt wrang, zeker als je jarenlang werkt aan je reputatie en publiek.
Dries als ambassadeur van Amsterdam: een extra dimensie
Het onbegrip wordt alleen maar groter door de rol die Dries onlangs aangeboden kreeg vanuit de gemeente. Hij vertelt dat hij benaderd werd om ambassadeur te zijn voor de festiviteiten rond 750 jaar Amsterdam. “Carré is van de gemeente Amsterdam,” benadrukt hij. Die symbolische functie maakt de afwijzing van het theater nog vreemder. Als ambassadeur van een groot stadsfeest hoor je immers ook een cultureel podium als Carré te kunnen betreden.
Poging van René Froger ook genegeerd
Zelfs Dries’ goede vriend en collega René Froger kon geen verandering brengen in de situatie. Froger nam persoonlijk contact op met Carré, in de hoop dat zijn steun deuren zou openen. Maar ook hij ving bot. “René werd niet eens teruggebeld,” laat Dries weten. En toen weekblad Privé bij Carré navraag deed, bleef de reactie uit. De directie gaf aan dat ze niet met de media willen praten over dit onderwerp. Een duidelijke grens, maar wel eentje die voor veel vraagtekens zorgt.
Het mysterie rond Carré blijft bestaan
Voor Dries Roelvink blijft het gissen waarom Carré hem niet wil boeken. De afwijzing komt zonder uitleg en ondanks steun van collega’s en zelfs de gemeente. Als jij dit leest, vraag je je misschien ook af: wat speelt er achter de schermen van het prestigieuze theater?
Waarom krijgt een volkszanger met een trouwe fanbase geen kans? Laat het ons weten in de reacties op Facebook.