De European Broadcasting Union (EBU). Heeft besloten de geplande stemming over de deelname van Israël aan het Eurovisie Songfestival te annuleren.
De stemming zou begin november plaatsvinden, maar is uitgesteld “in het licht van de recente ontwikkelingen in het Midden-Oosten”. De beslissing zorgt voor nieuwe verdeeldheid binnen de Europese omroepen en zet de discussie over de boycot weer op scherp.
EBU kiest voor persoonlijke discussie
In een verklaring aan het ANP laat de EBU weten dat er onder de leden. Behoefte is aan “een open en persoonlijke discussie” over het gevoelige onderwerp. De omroepenkoepel heeft het punt daarom op de agenda gezet van de Algemene Vergadering in december. Waar het onderwerp uitvoerig besproken zal worden.
De geplande stemming zou bepalen of Israël volgend jaar mag deelnemen aan het Eurovisie Songfestival. Vijf landen, waaronder Nederland, hadden eerder aangegeven niet mee te willen doen aan het evenement als Israël blijft deelnemen. Deze boycotplannen kwamen voort uit de aanhoudende oorlog in Gaza. En de toenemende inmenging van de Israëlische regering bij culturele evenementen zoals het songfestival.
Toenemende druk op EBU en boycotdreiging
De deelname van Israël ligt al jaren gevoelig, maar de spanningen bereikten dit jaar een nieuw hoogtepunt. Na de editie in Basel, waar Israël nipt naast de winst greep, groeide de druk op de EBU om in te grijpen. In meerdere Europese landen bemoeiden politici zich openlijk met de kwestie.
De Duitse bondskanselier Friedrich Merz sprak zich fel uit tegen een mogelijke uitsluiting van Israël en noemde het “schandalig” dat deelname überhaupt ter discussie stond. Hij benadrukte dat Duitsland in dat geval zelf zou moeten terugtrekken. Ook in talkshows en op social media wordt het debat steeds heviger.
Bij het programma Vandaag Inside werd besproken of het Songfestival nog wel een apolitiek evenement genoemd kan worden. Veel kijkers menen dat het festival steeds vaker wordt gebruikt als podium voor politieke statements, terwijl anderen juist vinden dat de EBU morele grenzen moet stellen.
Nederland houdt vast aan boycot
Nederland blijft bij het eerder ingenomen standpunt: geen deelname aan het Eurovisie Songfestival zolang Israël meedoet. Een woordvoerder van AVROTROS bevestigde aan het Algemeen Dagblad dat dit besluit ook geldt voor 2026, ongeacht hoe de situatie zich ontwikkelt.
“Ook als er de komende maanden een staakt-het-vuren komt of het conflict zich anders ontwikkelt, verandert dat niets aan ons standpunt voor 2026,” aldus de omroep. Volgens AVROTROS is het besluit “zorgvuldig en weloverwogen” genomen, gebaseerd op feiten, rapporten en de ernst van het menselijke leed in Gaza.
Verschillende bekende Nederlanders hebben zich inmiddels ook achter de boycot geschaard. Op social media benadrukken artiesten en opiniemakers dat het festival een toonbeeld van eenheid hoort te zijn, en geen platform voor regeringen die mensenrechten schenden.
De toekomst van het songfestival in gevaar?
De beslissing van de EBU om de stemming uit te stellen, stelt de organisatie voor een lastig dilemma. Enerzijds wil men politieke neutraliteit behouden, anderzijds groeit de druk vanuit zowel omroepen als publiek om stelling te nemen.
Door de verplaatsing van de stemming naar december ontstaat meer tijd voor overleg, maar ook meer ruimte voor verdeeldheid. Mocht de boycot daadwerkelijk doorgaan, dan dreigt het songfestival in 2026 zonder enkele grote deelnemende landen te worden georganiseerd. Een scenario dat de EBU koste wat kost wil voorkomen.
De komende maanden beloven cruciaal te worden voor de toekomst van het Eurovisie Songfestival, dat steeds vaker een spiegel van politieke spanningen lijkt te worden in plaats van een viering van muziek.