Zeven maanden na het overlijden van haar grote liefde Rob de Nijs spreekt Jet de Nijs (56) voor het eerst openlijk over de zware periode die volgde.

In gesprek met HLN vertelt ze hoe diep de rouw ging, maar ook hoe liefde, dankbaarheid en veerkracht haar langzaam weer op de been helpen. Wat begon als een periode van duisternis, groeide uit tot een stille ode aan de man die haar leven voorgoed veranderde.
De leegte na het afscheid
Toen Rob overleed, viel Jet in een diep zwart gat. “Ik kan zeggen dat de eerste vijf maanden een put waren, waarvan de bodem soms niet in zicht leek,” vertelt ze. De stilte in huis voelde oorverdovend, en de leegte die hij achterliet was onbeschrijfelijk. Toch kreeg Jet niet alleen steun. Sommige reacties van buitenaf waren pijnlijk hard. “Dan had je maar niet met een 26 jaar oudere man moeten trouwen,” zeiden mensen. Of: “Je zag het toch aankomen?”
Jet reageert daar met kalme waardigheid op. “Je kan verdriet niet op die manier afwegen. Verdriet is verdriet. Liefde kent geen leeftijd, en rouw ook niet.” De woorden komen uit haar hart, zacht maar krachtig.

De zware maar dierbare zorgjaren
Jarenlang zorgde Jet met eindeloze toewijding voor Rob, die vocht tegen de ziekte van Parkinson. Ze noemt zichzelf geen mantelzorger, maar iets veel diepers. “Dat woord klinkt te beperkt. Ik was zijn verpleegkundige die 24 uur per dag zorg leverde.”
Hoewel de periode fysiek en emotioneel uitputtend was, kijkt ze er met warmte op terug. “Het was de zwaarste tijd van mijn leven, maar ook de allermooiste. Ik ben zo dankbaar dat ik hem niet heb hoeven loslaten tot aan zijn dood. Rob is geen seconde alleen geweest.”
Jet vertelt hoe ze tot het laatste moment aan zijn zijde stond. “Ik heb hem naar de hemel gekust, met zachte kusjes op zijn wang. Zo is hij heengegaan. Nou, hoeveel mooier kun je het hebben?”
De kracht van liefde en herinnering
Zeven maanden later voelt Jet langzaam weer ruimte in haar leven. Rob is er niet meer in fysieke vorm, maar zijn aanwezigheid is sterker dan ooit. “Intussen voel ik toch dat ik Rob meeneem. Dat heb ik de eerste maanden niet gevoeld, maar nu hoor ik hem. Alsof hij op mijn schouder zit, dicht bij mijn hart.”
Ze beschrijft dat besef als troostend en helend. “Hij is overal waar ik kijk, in de kleine dingen, in de muziek, in de stilte. Dat maakt het gemis draaglijker.”

Dankbaarheid boven verdriet
Ondanks de pijn overheerst dankbaarheid. Jet beseft dat haar liefde met Rob zeldzaam was. “Wij waren ultiem gelukkig. Ik ben intens dankbaar dat hij mijn man is geweest.” Het klinkt als een laatste liefdesverklaring, puur en eerlijk.
Voor Jet is het hoofdstuk met Rob niet afgesloten, maar veranderd. Ze leeft verder, met hem in haar hart, en deelt haar verhaal om anderen te laten weten dat rouw geen einde is – maar een nieuw begin van liefde, in een andere vorm.










